Van de receptie hebben we te horen gekregen, dat we een late checkout mogen hebben. Tot half twee mogen we de kamers nog gebruiken, wat heel fijn is. De meisjes willen nog blijven liggen, maar Rick, Kai en ik pakken voor de laatste keer onze snorkelspullen.
Het water bij de rotsen is weer lekker helder en er zijn enorm veel vissen. We zien dit keer ook een barracuda, niet de vriendelijkste vis om te zien!
Al te gauw is het tijd om terug te gaan. De meisjes zijn teleurgesteld, want ze hebben net uitgevonden, dat de vogels vandaag niet uit hun kooi worden gelaten. Gelukkig laten de kakatoes zich ook tussen de tralies door aaien. Een van hen, Candy, gaat dan schattig achter haar oor krabben. Als ze niet zo’n rotzooi maakten, zou ik zo een kakatoe willen hebben!
Voor de lunch douchen we en pakken de laatste dingen in. Dan lopen we voor het laatst naar Bugaloe. Daar komt net een duikboot aan, dus Rick en Katja hebben gelegenheid afscheid te nemen van hun duikmeesters. Ook Jouke, de Nederlander, is er weer en als afscheid krijgt Katja drie hartelijke kussen van hem. Het is, geloof ik, maar goed, dat we niet langer blijven.
Katja vertelt, dat ze net heeft vernomen, dat ze in het bestuur van de Scuba Club bij Virginia Tech zit en ze hoopt dit schooljaar haar reddingsduiken brevet te halen. Wel erg leuk, dat ze gedurende het schooljaar ook met haar geliefde sport bezig kan zijn.
De lekkere stokbroodjes (de mijne met zalm vandaag), de bitterballen en de laatste frietjes met mayonnaise zijn al snel op. Voor het laatst lopen we door het zachte zand terug. De bagage wordt opgehaald, ik check uit en Rick en de bellman stouwen met moeite de acht zware tassen achterin de auto. We hebben toch weer zoveel Nederlands lekkers mee, dat er een extra tas bij aan te pas moest komen.
Rick zet mij, de kinderen en de bagage af bij het vliegveld en gaat zelf de auto terugbrengen naar American. Eigenlijk was ik liever meegegaan, want Rick heeft nogal de neiging over zich heen te laten lopen. Maar dat is onpraktisch, want ik kan intussen met de kinderen de koffers inchecken.
Van tevoren weten we nooit, wat we hier bij het vliegveld aan zullen treffen. Hier gaan we namelijk door de Amerikaanse douane. We hebben meegemaakt, dat drie uur bijna te weinig was om onze vlucht te halen en dat we uren bij de gate moesten wachten, omdat we er zo doorheen waren.
Het is vandaag dinsdag en ik verwacht niet, dat het druk zal zijn. We zijn in ieder geval vrijwel meteen aan de beurt bij de incheckbalie. Daar blijkt, dat een aantal van onze tassen meer dan 50 pond weegt. In allerijl probeer ik de toiletspullen van de meisjes anders te verdelen. Die hebben zoveel mee in lotions en ander spul, dat Katja’s tas meer dan vijf pond weegt!
Na veel gedoe is de ene tas nog net iets te zwaar, maar de US Airways medewerkster laat hem doorgaan. Geen enkele tas weegt minder dan 40 pond en we hebben er acht! Dan zegt de medewerkster, dat we voor drie van de koffers extra moeten betalen, want er mag maar een koffer per persoon mee! Dat is absoluut een nieuwe regel, voorheen mocht iedereen twee koffers mee.
Op de heenweg hoefden we ook niets bij te leggen, dus ik wijs haar op het feit, dat zowel Rick, als ik, Premier status hebben bij United, hun partner. Dat maakt inderdaad het verschil. Rick en ik mogen gratis twee koffers mee, dus ik hoef alleen voor de achtste te betalen. Wel iets om in de toekomst rekening mee te houden, want ik weet niet, of we onze Premier status zullen behouden.
Rick is eindelijk klaar met de auto en laat nog even zijn paspoort zien, waarop hij ook zijn instapkaart krijgt. Lopend naar het eerste checkpunt (waarbij de Aruba immigratiekaart uit ons paspoort wordt gehaald), vertelt hij hoe alles bij American is gegaan.
Een paar dagen geleden heeft Rick de verf op de bumper beschadigd aan een steen en we zullen te horen krijgen, hoeveel dat ons gaat kosten. Volgens hem zullen ze daar de kosten van de rit naar de Natural Pool vanaf trekken. Ik heb er helemaal geen goed gevoel bij, want de schade aan de bumper is niets op een oude auto, die al zoveel gebreken heeft. Ik zie het zo gebeuren, dat ze ons daar veel meer voor gaan rekenen, dan het zal kosten (als ze het al laten oververven). Het zal me benieuwen, maar als ze ons oplichten, door belachelijk veel aan te rekenen, is het zeker de laatste keer, dat we van hen huren. Ik heb ze ook aan bekenden aangeraden, maar zal dat in dat geval ook zeker niet meer doen.
Het volgende checkpunt zijn de Arubaanse veiligheidspoortjes (het ontgaat ons nog steeds, waarom we twee keer door de veiligheidspoortjes moeten). Schoenen uit, laptops in aparte bakken etc. we zijn eraan gewend. Er staat ook geen rij, dus we zijn er snel doorheen.
Meteen strijken de kinderen neer in de souvenirswinkel. Katja koopt er nog wat leuke dingetjes voor vriendinnen en Kai een paar gekke spullen voor zijn twee beste vrienden. Ik neem alle Nederlandse tijdschriften mee: Flair, Vriendin en Margriet. Ook hebben ze leuke Aruba stickers voor op de auto, die kan er ook nog wel bij.
Als laatste kopen we de 2010 Aruba kalender, zodat we het hele jaar kunnen verlangen naar de volgende vakantie daar. Er is iets geruststellends in het gevoel, dat we hiet volgend jaar weer heen kunnen, als we dat zouden willen. Het voelt echt een beetje als een "home away from home". Tot mijn eigen verbazing geniet ik er juist van om al bekende fijne dingen weer te zien. Rick en ik hadden, voor we dit eiland bezochten, nooit gedacht, dat we meerdere malen naar dezelfde plek zouden terugkeren.
In de duty free winkel kopen Rick en de kinderen Droste, Verkade en Toblerone chocolade. Ik twijfel of ik de kleine Goudse kaasjes mee wil nemen (met peper en knoflook), maar ik heb echt geen plaats meer in mijn overvolle rugzak.
De volgende stap is het ophalen en door de douane brengen van onze bagage. Het is echt fijn, dat dit in Aruba al kan, want op luchthavens als bijvoorbeeld Miami is het een nachtmerrie om door immigratie en de douane te gaan. Hier is de immigratieofficier tegelijkertijd douanier en we worden zonder problemen toegelaten tot de "Verenigde Staten". Even later leggen we alle tassen weer op een lopende band.
Onze gate is 4 en daar is het al flink druk. Kai en ik nemen in de Old Dutch Bar plaats, terwijl de anderen ijsjes gaan halen. We drinken nog een laatste Amstel Bright, het enige bier, dat ik echt lekker vind, voor Kai straks weer te jong is om een biertje te drinken.
Keurig op tijd komt het toestel uit Charlotte aan en binnen het halve uur daarna kunnen wij aan boord. Katja en ik zitten naast elkaar, de andere drie in de rij voor ons. Helaas heb ik het verkeerd geboekt, want we zitten aan de F kant en kunnen geen laatste blik op Palm Beach werpen. Volgend jaar moet ik dit blog erop naslaan en op de terugweg de A kant boeken!
Een beetje te vroeg landen we in Charlotte, North Carolina. Terug op Amerikaanse bodem, dus, het voelt wel even als thuiskomen. Dit is een leuk vliegveld met veel winkels en restaurantjes. We gaan bij Phillips Seafood wat eten. Ik heb niet veel honger na de saaie snackbox in het vliegtuig, dus bestel het voorafje van mini crabcakes. Precies genoeg en erg lekker is het.
Eenmaal bij de gate begint het boarden vrijwel meteen. We vliegen in een Embraer vliegtuig met alleen raam- en gangplaatsen. De stoelen zijn van leer en het is een aangenaam vliegtuig. De vlucht naar Washington bedraagt slechts vijftig minuten. Voor ik het weet zie ik het Capitool en Washington Monument opduiken. Wat wonen we toch bij een mooie stad!
Dat vind ik wel erg leuk van het aanvliegen op Reagan National. Het gemis van Aruba wordt meteen een beetje goedgemaakt door het besef, dat we zelf ook in zo'n mooi gebied wonen.
De bagage komt zeer snel aan en de van hebben we ook gauw weer gevonden in de gigantische parkeergarage (Rick schrijft altijd op het kaartje, waar die precies staat, want dat vergeet je na een week). Na nog even de "stickershock" over de prijs van twaalf dagen hier parkeren (volgende keer moeten we echt met een taxi, dat was veel goedkoper geweest) te hebben gevoeld, rijden we de heel rustige I-66 op.
Voordeel van tegen middernacht aankomen is, dat er absoluut geen verkeer is. We rijden dus binnen twintig minuten onze oprit weer op. Het is goed om het huis weer te zien en de poezen begroeten ons enthousiast. Na nog even ontspannen zoeken we al heel gauw ons bed op.
De laatste foto's staan ook online en zijn hier te bekijken.
We hebben weer een super tien dagen achter de rug om op terug te kijken en hiermee eindigt dit reisverslag. Morgen schrijf ik verder in mijn gewone blog.
PS: Rick heeft vandaag een email uitwisseling met de baas van American Car Rental in Aruba gehad. Die viel alles mee. Ze rekenen ons $100 voor de schade aan de bumper, maar betalen $60 daarvan voor de gids naar de Natural Pool terug. Onze kosten zijn dus $40 en dat vinden we heel schappelijk. We zullen volgend jaar, als we weer gaan, weer bij hen huren, maar dan wel heel duidelijk maken, dat we een 4x4 willen (al denken we dan toch weer Madi te huren als gids, beter voor Ricks (en mijn!) hart!).